
Deze pagina gaat over de verspreiding van het geluid van windturbines in de omgeving.
Paragrafen
- 5 Specifieke kenmerken van de geluidsverspreiding en hinder rond windturbines
- Wat maakt windturbinegeluid zo hinderlijk?
- Maskeert snelweg-geluid het geluid van windturbines?
- Slaapstoornissen door windturbinegeluid
- Hoe heeft het zover kunnen komen? – terug naar 2009
- Actueel: grote turbines maken méér (met name laagfrequent) geluid dan kleinere
- Over geluid uitgedrukt in Lden
- Voor kinderen begint ‘de nacht’ om 7-8 uur
- Wetenschappelijk onderzoek naar geluid van windturbines
- ‘Horen en zien’ 4 geluidsopnames
Maar allereerst: een zeer actuele presentatie (8 oktober 2025) van de Zweedse Hoogleraar Ken Mattsson, die aantoont dat de rekenmodellen waarmee de NRD’s en MER’s (en dus het hele Nederlandse beleid om omwonenden te beschermen) een structurele en ernstige onderschatting geven van het echte geluidsniveau bij en in de woning. te beluisteren
Het wetenschappelijk artikel van Mattsson is inmiddels de peer-review fase gepasseerd, en daarmee erkend als valide door het vakgebied. zie excerpt
Zijn data zijn onthutsend maar er wordt daarmee een duidelijke verklaring geboden voor het grote verschil tussen de norm (die nauwelijks tot klachten zou moeten leiden omdat een norm immers voldoende bescherming biedt) en de in de werkelijke wereld gevonden hinder en slaapverstoring van mensen.
- Kenmerken van de geluidsverspreiding en hinder rond windturbines
Kenmerk 1: Achter, en in mindere mate vóór, windturbines ontstaan tot op grote afstand ‘focuszones’ op wisselende locaties, afhankelijk van o.a. de hoogte en windrichting.

Toelichting:
Links ziet u de weergave van de afname van het geluid volgens de factsheet van het RIVM gebaseerd op de rekennorm ISO-9613: geleidelijke afname met de afstand, met het geluid van een koelkast op 400 meter afstand. (De ISO-9613 is gevalideerd voor stabiele industriële geluidsbronnen tot 30 meter hoogte, 1000 meter afstand en bij zwakke wind)
De afwijking tussen berekening en daadwerkelijke meting kan oplopen tot 15 dB(A) op 2000 meter afstand bij stabiele weerscondities.
De grote invloed van hoogte-afhankelijke wind en temperatuur op de geluidverspreiding wordt in het gebruikte model niet meegenomen. In werkelijkheid ontstaan door geluidsafbuiging ‘focuszones’, met hoge geluidsniveaus aan de grond, afhankelijk van turbinehoogte, windrichting en stabiliteit van de atmosfeer. zie
- Kenmerk 2: De verspreiding van het geluid wordt sterk beïnvloed door het type weer, met telkens wisselende focusgebieden op de grond tot op grote afstand

Toelichting:
Hier ziet u een weergave van zeer geavanceerde geluidmodellen van focuszones bij een ashoogte van 80 meter, die met metingen zijn gevalideerd. 1
De grootte en locatie van de focuszones op de grond blijkt sterk af te hangen van de weerscondities. De verschillen tussen de berekeningen met ISO-9613 en de werkelijke geluidsniveaus bij stabiele, neutrale en onrustige atmosfeer zijn in de rechter grafiek weergegeven in de afwijking in dB(A).
- Kenmerk 3: Er ontstaan grote variaties in de hoeveelheid laagfrequent geluid door de wisselende hoeken waaronder de wind invalt op de rotorbladen

Toelichting:
Bij een variërende invalshoek van de wind op de bladen ontstaat door wervelingen achter de wiek (‘stall’ genaamd, te vergelijken met het harde klapperen van zeilen in een zeilboot wanneer de hoek van het zeil met de wind niet goed is), een zeer sterke en impulsachtige toe- en afname van laagfrequent geluid van tientallen dB’s, de amplitude modulatie.
Deze ‘stall’ treedt extra op bij turbulente weersomstandigheden én bij zeer stabiel weer. Dit effect wordt sterker bij toenemende turbinehoogte.
In de realiteit zijn er permanente wisselingen van de windrichting en daardoor permanente wisselingen in de geluidsdrukken. Dit is een belangrijk verschil met verkeerslawaai, te meer daar stall juist ’s nachts sterker is, terwijl verkeerslawaai ‘s nachts afneemt.
- Kenmerk 4: Seizoensinvloeden op de geluidsproductie

Toelichting:
Zomers is er in 50% van de gevallen sprake van een ‘stabiele’ atmosfeer. Met daaraan gekoppeld meer hinder door hogere stall. De Lden als jaarnormering is niet toereikend, omdat de amplitudemodulatie, de geluidspieken, tonale aspecten en laagfrequente geluid niet worden meegewogen.
- Kenmerk 5: Umweltbundesamt vindt 10 % hinder al bij 35 dB(A) en 48% bij 47 Lden dB(A)

Weergave van de verschillen tussen de Duitse en Nederlandse blootstelling-respons curves voor binnen en buiten, omgerekend naar dezelfde eenheid, de Lden.2
Toelichting:
Het Duitse onderzoek ( Noise effects of the use of land-based wind energy.) is verricht bij de huidige turbinehoogtes. (de Nederlandse hindercurve bij een turbine van 80 meter hoog) Juist de amplitudemodulatie veroorzaakt deze hinder, reden waarom het Duitse onderzoek zich vooral daarop richt.
In eerder onderzoek werd gevonden dat binnenshuis op 2,4 km afstand gedurende 20% van de tijd de amplitudemodulatie hoorbaar is. Dit percentage geldt ook bij de lagere rotatiesnelheden op 40-85% van het maximum en ook gedurende de nacht.3 Daarnaast worden in Nederlands en Duits onderzoek hoge geluidsniveaus LFG gevonden. Nederland hanteert geen norm voor laagfrequent geluid. (Denemarken max. 20 dB LFG binnen de woning)
===========================================================================
Deze informatie vindt u ook in de verspreiding van windturbinegeluid. En specifiek over de zeer hoge aandeel infrasound -schadelijk voor organismen- gaat deze Zweedse presentatie, met Engelse ondertiteling:
Professor Ken Mattsson – Infrasound and noise from wind turbines science, facts and lies
===========================================================================
Vanwege de huidige situatie waarin de oude norm door de Raad van State onwettig is verklaard en strijdig met het Unierecht, en men het in het (inmiddels demissonaire) kabinet niet eens kon worden over een nieuwe norm, is de situatie momenteel (september 2025) dat burgers minder bescherming krijgen dan voorheen doordat gemeenten ‘lokaal maatwerk’ leveren ofwel Het Wildwesten in de polder.
Dit lokale maatwerk is gebaseerd op de hindercurve van het RIVM. Deze is sinds 2020 niet geactualiseerd, ondanks het Duitse onderzoek wat een steile toename van hinder laat zien boven 35 dB(A). zie en zie.
Toevallig (?) is al in 2004 dit exacte niveau gevonden door Eja Pedersen in Zweeds onderzoek, en opnieuw in 2010 door Pedersen en Waye.

Pedersen – Perception and annoyance due to wind turbine noise, a dose–response relationship – J Acoust Soc Amer – 2004
Wachten op verder onderzoek voordat een nieuwe norm wordt vastgesteld is niet nodig. Met dit Duitse (en Zweedse) onderzoek is voldoende wetenschappelijke basis aanwezig voor een afstandsnorm waarmee de ernstige hinder wordt beperkt tot 10% van de omwonenden.
Tenzij de politiek besluit om een hoger percentage te accepteren. Dat kan de keuze worden, maar wees daar dan eerlijk over.
- Wat maakt windturbinegeluid zo hinderlijk?
Daarvoor zijn vooral de componenten verantwoordelijk, die niet zijn opgenomen in de Nederlandse Lden systematiek: het tonale geluid, (infrasoon- en) laagfrequent geluid en amplitudemodulatie (AM), het wisselen van de geluidssterktes; de ‘whoosj’. De laatste lijkt verantwoordelijk voor de meeste hinder. In Australisch onderzoek (Hansen, 2019) werd gevonden dat AM tijdens de nacht binnenshuis waar te nemen is tot op 3,5 kilometer afstand gedurende 22% van de tijd.
- Maskeert snelweggeluid het geluid van windturbines?
Helaas, dat wordt veel gedacht, maar blijkt niet het geval. Veldonderzoek van Eja Pedersen en Frits van den Berg in 2010 (zie onder) toonde aan dat het geluidsverschil meer dan 20 dB moet zijn wil het geluid van turbines gemaskeerd worden. Dit komt met name door de kenmerkende amplitudemodulatie door de passage van de wieken langs de mast, de verschillen in windsnelheid op tiphoogte ten opzichte van de grond, en het feit dat de nachtelijke geluidsproductie van turbines in de regel hoger is en het geluid van de snelweg lager. De schrijvers concluderen dat de Lden van de, in die tijd, moderne grote windturbines naar boven moet worden gecorrigeerd met 6 dB voor de dag/nacht variatie + 8 dB voor de spectrale verschillen + 5 dB voor de AM = in totaal 19 dB lager dan de Lden veroorzaakt door wegverkeer tijdens de nacht.
- Slaapstoornissen door windturbinegeluid
In 2023 is onderzoek verschenen naar slaapverstoring rond windturbineparken, met meenemen van al het onderzoek dat hiernaar tot dan toe was verricht. zie. In dit onderzoek werd gekeken naar correlaties tussen afstand en percentage slaapstoornissen. Op basis van 15 kwalitatief goede gepeerreviewde artikelen die voldeden aan de in- en exclusiecriteria werd een lineaire relatie gevonden tussen de percentages slaapstoornissen en de afstand tot windturbines. Op minder dan 500 meter betrof dat 79% van de omwonenden, tussen 500 en 1000 meter 65%, tussen 1000 en 1500 meter 41% en tussen 1500 en 2000 meter 29%.
review en meta-analyse van ál het bestaande slaaponderzoek

Relatie afstand – ernstige slaapverstoring
Onderzoek naar correlaties levert correlaties op
Het door de GGD en onderzoeksbureaus aangevoerde tegenargument dat de auteurs aangeven dat er geen causale relatie kan worden gelegd is een drogredenering. Er kan namelijk geen oorzaak-gevolg relatie worden aangetoond wanneer er geen 0-meting is gedaan voorafgaand aan de plaatsing, waardoor het geluid zonder en mét draaiende turbines kan worden vergeleken. Dit onderzoek is simpelweg nog niet gedaan. Een nette wetenschapper vermeld deze beperking in het abstract.
De ministeries en Kamer moeten hun verantwoordelijkheid nemen, bewoners voldoende beschermen, en afstappen van het faciliteren van de bouw van windturbines op te korte afstand van omwonenden op basis van met kunst-en-vliegwerk laag gehouden hinderdata. Alternatief: eerlijk zijn en toegeven dat 48% van de omwonenden ernstige overlast zal ervaren en 80% binnen de 500 meter ernstige verstoring van de slaap.
Kabinet komt niet tot concensus over nieuwe norm
In het momenteel voorliggende advies voor de nieuwe geluidsnormen (2 x de tiphoogte) ontbreekt opnieuw een hinderbeoordeling op basis van wetenschappelijk onderzoek door het niet gebruiken van buitenlandse literatuur van na 2020. Het (inmiddels demissionaire) kabinet kon niet tot consensus komen.
Er is nog steeds niet gecorrigeerd voor de keuze in 2011 voor het klimaat in plaats van voor het bestaande beschermingsniveau van omwonenden. Daarvoor past een uitstapje terug in de tijd.
- Hoe heeft het zover kunnen komen? – terug naar 2009
In 2011 is de regelgeving voor windturbinegeluid buiten de regelgeving voor industrieel geluid geplaatst. Met deze normen konden de klimaatdoelstellingen namelijk niet gehaald worden. Terugkijkend werd op dit moment het bestaande beschermingsniveau van bewoners losgelaten.
Resultaat: een beschermingsniveau dat sterk afwijkt van andere Europese landen door het hanteren van een gemiddelde geluidsbelasting, de Lden – waardoor in Nederland de turbines dichter bij omwonenden geplaatst mogen worden dan elders (in Nederland 300 meter; ter vergelijking: in België 850 meter, in Denemarken 1100 meter, in Beieren 10 x de tiphoogte).
Overigens wegen een aantal gemeenten het belang van omwonenden zwaar en hebben zij plannen on-hold gezet, sommige gemeenten wachten de nieuwe norm af.
- Actueel: grote turbines maken méér (met name laagfrequent) geluid dan kleinere
Momenteel worden vele turbines vervangen door hogere. Volgens het RIVM zou dit probleemloos moeten kunnen, men stelt dat hogere turbines niet persé meer geluid produceren, maar dat het type windturbine bepalend is.
Dit gaat in tegen alle -gepeerreviewde- wetenschappelijke literatuur die wij hebben gevonden over geluidsproductie: hogere turbines produceren meer geluid, met relatief meer laagfrequent geluid, en vereisen dus een grotere afstand tot bewoning. zie.
Al in de jaren ’80 werd opgeroepen op een conferentie met experts van over de hele wereld om veilige grenzen te stellen en goed onderzoek te doen naar -met name ook de psychologische- effecten van blootstelling aan sterk infrageluid. zie
Voorheen gebruikte het RIVM als onderbouwing de ‘persoonlijke mededeling’ van de akoestisch adviseur. Eind april ’24 heeft deze met drie mede-auteurs, werkzaam bij Arcadis een artikel gepubliceerd over het geluid van onshore windturbines. zie.
Op dit artikel is een commentaar verschenen van bovengenoemde fysicus- audioloog Leonard Baart de la Faille. zie
En een commentaar van dr. Harrie Verhoeven, bioloog. zie
Onder het artikel van van den Berg op Researchgate staan twee artikelen waarin het belang van het laagfrequente geluid van windturbines voor de hinderbeleving wordt benadrukt.
Wij hebben Steven Cooper (akoestisch ingenieur met veel onderzoekservaring naar hinder door windturbine) om commentaar gevraagd op het artikel van Frits van den Berg c.s.:
- het artikel bespreekt het sound power level, niet de impact van windturbinegeluid;
- er zou een tweede gedeelte geschreven moeten worden over de impact op mensen;
- het infrasone deel van ‘het geluid’ wordt gevoeld en niet gehoord;
- Niet het spectrum van de 1/3 octaafband maar de amplitudemodulatie is van belang bij de beschrijving van windturbinegeluid;
- in het artikel wordt het geluidverhogende gevolg van de wake-turbulentie niet beschreven;
- In het artikel wordt verwezen naar dosiscurves, maar wordt niet aangegeven dat deze gebaseerd waren op voorspelde niveaus zonder geluidsmeetgegevens die overeenkomen met het geluid dat door bewoners wordt ontvangen;
- Over de hele wereld zijn er rechterlijke uitspraken met betrekking tot geluidsoverlast van windturbines, ongeacht de naleving van de akoestische voorschriften;
- De laatste alinea op pagina 2 is onjuist. Het frequentiespectrum laat pieken zien in het infrageluidspectrum. De pieken in het infrageluidgebied worden veroorzaakt door de frequentie van de bladdoorgang (bijvoorbeeld elke 1,2 seconde) die daadwerkelijk worden beschreven in de paragrafen 1-5 in paragraaf 2.1.;
- Bewoners over de hele wereld die zich in de buurt van windturbine-installaties bevinden, reageren niet op de gemiddelde geluidsniveaus die in vergunningen zijn vastgelegd, maar reageren op overlast/slaapverstoring;
- Het artikel vereist wijzigingen en moet de Amplitude Modulatie-component van grotere turbines bespreken om vast te stellen of het grotere rotoroppervlak (met of zonder vertanding) de hinder-/hindercomponent van windturbines zal verminderen of juist een grotere impact zal veroorzaken.
lees hier het volledige commentaar van Steven Cooper
Conclusie:
Dit artikel heeft weinig meerwaarde boven de persoonlijke mededeling van de akoestisch adviseur, en misschien wel minder waarde omdat de co-auteurs niet onafhankelijk zijn, en -in tegenstelling tot wat zij hebben aangegeven bij de ‘conflicts of interest’- wél financiële belangen hebben bij deze uitkomsten. Het betreffende bureau staat vermeld op de site van NedZero.
Voor de genoemde artikelen:
Steven Cooper. Wind Farm Noise—Modulation of the Amplitude
Esther Blumendeller. Investigations on Low Frequency Noises of On-Shore Wind Turbines
Over geluid uitgedrukt in Lden
Wat is Lden en waarom vindt de WHO deze maat niet geschikt voor windturbinegeluid?
Wij lichten de berekening van de Lden met behulp van een omrekenfactor toe:
- De Lden (Level day, evening, night) wordt berekend vanuit de geluidsmeting bij een turbine bij een windsnelheid van 8 meter per seconde op 10 meter hoogte (L8m/s).
- Dit gebeurt met een omrekenfactor.
- Voor de avond en nacht wordt een correctie toegepast (resp. +5 en + 10 dB)
- In 2008 heeft de latere akoestisch adviseur van het RIVM op een congres geopperd om een omrekenfactor te gebruiken van 4,7 dB (Lden = L8m/s + 4,7 dB).
- De berekening berustte op KNMI-metingen op slechts één locatie op 80 meter hoogte in Cabouw (U). Niet gepeerreviewed, zonder internationaal aanvaarde status – op drijfzand gebouwd. Door de WHO als onvoldoende betrouwbaar beoordeeld (Guski 2017)
- Als basis voor het advies dienden ook de data van 3 onderzoeken naar hinder vanwege windturbinegeluid. De onderzoekers geven echter allen in het oorspronkelijke artikel aan géén uitspraken te kunnen doen over geluidsdrukken hoger dan 40 dB, omdat te weinig respondenten met deze hogere geluidsdrukken te maken hadden.
- In het beleidsmatig relevante geluidsinterval van 42,5 tot 47,5 Lden is de gepresenteerde combinatie van bevindingen ook volgens de WHO-onderzoekers onbetrouwbaar.
- In 2016 is in grondig en grootschalig gepeerreviewed Canadees wetenschappelijk onderzoek de omrekenfactor voor de betreffende windturbines bepaald op + 1,9 dB.
- Met deze omrekenfactor is al bij 45 Lden het percentage ernstig gehinderden hoger dan 30%
- In 2022 verscheen onderzoek van de Duise overheid, zie boven, met een duidelijke hinderstijging boven 35 dB.
De Lden is een gemiddelde van het geluidsniveau van de dag, de avond en de nacht. Voor de dag is de norm gesteld op gemiddeld 47 dB, voor de avond 47 – 5 dB en voor de nacht 47 – 10 dB. Er mag gemiddeld worden over het gehele jaar. Dit betekent dat dagen zonder wind (geen geluidsproductie) extra ruimte geven voor de dagen met voldoende wind.
De WHO stelt dat de Lden niet geschikt is voor windturbine geluid, omdat dit geen stationair geluid is, maar geluid met veel variaties door o.a. het aantrekken en luwen van de wind. De pieken veroorzaken juist de overlast, vooral ook ’s nachts doordat er vanwege atmosferische omstandigheden ’s nachts in de hogere luchtlagen meer wind is.
Ook het feit dat er bijna 24/7 geluid in en rond de woning is kruipt onder de huid van mensen.
De ‘nacht’ begint voor kinderen om 8 uur
Voor kinderen geldt dat ‘de nacht’ niet om 11 uur, maar om 7- 8 uur begint. Naar de gevolgen van specifiek windturbinegeluid voor kinderen is geen onderzoek gedaan. Wel zijn er observaties bij bv windpark Meeden door de huisarts, dat ouders zich melden vanwege gedragsproblematiek bij hun kinderen sinds de plaatsing van turbines. Geluidsoverlast i.h.a. is voor kinderen wel onderzocht en geeft sterk negatieve gevolgen.
Horen en zien
Om invoelbaar te maken wat windturbinegeluid voor o.a. de slaap van mensen kan betekenen, én om te horen hoe de regelgeving tot stand kwam -tegen advies van de eigen overheidsorganen in (RIVM en ministerie van VROM 2009)- en met het achterhouden van deze informatie voor de Tweede Kamerleden: kijk deze uitzending van Zembla.
Wilt u een geluidsopname beluisteren bij windpark Spui bij windkracht 5? open
Of bij windkracht 3? open
Of een ander park? open
Of nog een ander park? open
Wetenschappelijk onderzoek naar geluid van windturbines
- Barlas E, et al. Consistent modelling of wind turbine noise propagation from source to receiver. Journal of the Acoustical Society of America. 2017; 142:3297-14 ↩︎
- [1]https://www.researchgate.net/publication/394510898_Conversion_of_the_German_dose_effect_relation_for_wind_turbine_noise_2022_from_Lrating_to_Lden ↩︎
- Hansen KL et al. Prevalence of wind farm amplitude modulation at long-range residential locations, Journal of Sound and Vibration Volume 455, 1 September 2019, Pages 136-149 ↩︎
