A Review of the Possible Perceptual and Physiological Effects of Wind Turbine Noise

auteur: Simon Carlile, John L. Davy, David Hillman, and Kym Burgemeister

jaar: 2018

tijdschrift & DOI nummer: DOI:10.1177/2331216518789551 

type onderzoek: systematic review

zoektermen: auditory transduction, infrasound, laagfrequent geluid, windturbine geluid

Relevantie: Een helder, uitstekend literatuuroverzicht dat tamelijk technisch is en duidelijk de relatie van IS en LFG in het geluid dat IWT’s veroorzaken beschrijft. Het legt degelijk en methodisch vast wat IS en LFG in mensen teweeg brengen op een zakelijke en verantwoorde manier. Het belicht ook enkele dierexperimentele gegevens die speculatief aannemelijk maken dat onderzoek naar het gedrag van de buitenste haarcellen in het slakkenhuis wellicht aanvullende inzichten zou kunnen opleveren over een oorzaak van de algemeen vegetatieve klachten van mensen over IS en LF geluidstrillingen. Een zeer goed Australisch overzicht van eerdere reviews dat een duidelijke sneer geeft richting gepolitiseerde reviews die veel opinie en weinig wetenschap bevatten. Hier wordt vooral aandacht geschonken aan de aard van het opgewekte geluid, vooral infrasoon (onhoorbaar, IS) en laagfrequent geluid (LFG) met een accent op vertrekken waarin mensen verblijven. Daarnaast wordt onderzocht welke het effect is van dat soort geluid op mensen. De aandacht wordt gevestigd op weersomstandigheden, luchtlagen waardoor ’s nachts IS en LF verder dragen dan overdag en de golflengte van die geluiden in huiselijke vertrekken tot resonantie kunnen leiden. Dit soort frequenties kunnen nauwelijks tot niet worden gedempt. Metingen voor de gevel zeggen weinig over wat binnenshuis gevonden wordt en metingen binnenshuis zijn lastig en tijdrovend. Het menselijk oor wordt snel minder gevoelig beneden ongeveer 80 Hz. Van circa 20 dB loopt de gevoeligheid snel terug tot ca. 125 dB bij 20 Hz en wordt meestal waargenomen als een mix van horen en trillingen, en druk op de trommelvliezen. Ook met fMRI metingen isĀ  waargenomen dat het hoorgebied (de auditieve cortex) dan wordt geprikkeld. Daarnaast werd gezien dat ook hersengebieden werden geprikkeld die tot het limbische systeem behoren, onderdeel van het autonome zenuwstelsel. Dat emoties worden opgewekt als stress, angst, ‘psychische’ verschijnselen, waardoor ook slaapstoornissen en wakker-schrik reacties worden veroorzaakt. Niet onbelangrijk is dat in deze frequentiegebieden het verschil tussen hoordrempel en pijndrempel heel dicht bij elkaar ligt en de gevoeligheid tussen verschillende mensen ongelijk is. Het is gebleken uit dierproeven en uit metingen dat de zogenaamde buitenste haarcellen, te beschouwen als ‘voorversterkers’, gevoelig zijn voor andere, laagfrequente vloeistofverplaatsingen in het slakkenhuisdeel waarin zij zich bevinden. De buitenste haarcellen zijn gevoeliger dan de binnenste haarcellen voor de midden en hoge frequenties. Enigszins speculatief zou hierdoor de niet klassiek-zuivere-gehoor-gevoeligheden maar de meer vegetatieve verschijnselen van de IS en LF kunnen worden afgeleid.

Nederlandse samenvatting: Deze review gaat in op de aard van het geluid dat wordt gegenereerd door windturbines met name op het laagfrequente geluid (LF) en infrageluid (IS) om het nut te begrijpen van geluidsmetingen op locaties waar mensen werken en slapen. Een tweede focus betreft het bewijs voor mechanismen van fysiologische voortplanting (transductie) van LF/IS of het bewijs voor somatische effecten van LF/IS. Hoewel het huidige bewijsmateriaal transductie niet conclusief aantoont, levert het wel een sterke indicatie. Er zijn belangrijke onopgeloste vragen met betrekking tot de metingen en voortplanting van LF en IS en de ervaring ervan binnen het centrale zenuwstelsel, die relevant zijn voor mogelijke perceptie- en fysiologische effecten. Een aantal mogelijke onderzoeksgebieden worden besproken.

Originele abstract:  This review considers the nature of the sound generated by wind turbines focusing on the low-frequency sound (LF) and infrasound (IS) to understand the usefulness of the sound measures where people work and sleep. A second focus concerns the evidence for mechanisms of physiological transduction of LF/IS or the evidence for somatic effects of LF/IS. While the current evidence does not conclusively demonstrate transduction, it does present a strong prima facia case. There are substantial outstanding questions relating to the measurement and propagation of LF and IS and its encoding by the central nervous system relevant to possible perceptual and physiological effects. A range of possible research areas are identified.