Persbericht
03-11-2021
Wetenschappelijke analyse wijst uit: de huidige normen voor windturbines op drijfzand gebaseerd.
Artsencollectief Windwiki roept de politiek op om windturbines niet nabij woongebieden te plaatsen omdat er te veel twijfel is over de gevolgen voor omwonenden. De overheid baseert zich op RIVM-rapporten, waarvan de conclusies wetenschappelijk onhoudbaar zijn. Dat blijkt uit een gedegen epidemiologische beoordeling, die vanaf woensdag 3 november op de site van Windwiki staat. zie hier
Het RIVM concludeerde in 2020, dat het geluid voortgebracht door windturbines slechts tot lichte klachten bij omwonenden leidde, zoals bijvoorbeeld slaapverstoring. Windwiki had daar twijfels over, slaapverstoring leidt namelijk tot een scala aan lichamelijke en psychische gevolgen. Bovendien vermelden omwonenden van windturbines vaker stress-gerelateerde gezondheidsklachten.
Het artsencollectief heeft de RIVM-rapporten daarom door een onafhankelijke onderzoeker laten beoordelen, hetgeen door middel van peer-reviews is getoetst. De epidemioloog Dick Bijl komt tot de conclusie dat op grond van de RIVM-rapporten niet gesteld kan worden dat plaatsing van windturbines op korte afstand van bewoners verantwoord is.
De bewuste onderzoeken zijn namelijk voornamelijk gebaseerd op kwalitatief laag onderzoek. Uit de analyse van deze onderzoeken blijkt dat het gaat om zeer beperkte steekproeven, waarbij de onderzochte groepen en de omstandigheden – zoals afstand tot omwonenden en hoogte van de turbines – niet representatief zijn. Ook blijken de beweringen van het RIVM dat omwonenden minder hinder ervaren wanneer ze betrokken worden bij de plaatsing van windturbines of financieel gecompenseerd worden, niet op deugdelijk wetenschappelijk onderzoek gebaseerd te zijn. Deze argumenten zijn het afgelopen jaar echter wel vaak gehoord in de politieke discussie.
Uit de rapportanalyse blijkt bovendien dat veel wetenschappelijk onderzoek gefinancierd werd door belanghebbenden vanuit de windindustrie, waarbij het RIVM verzuimt dit belangenconflict te vermelden in de rapporten. Een dergelijke belangenverstrengeling kan leiden tot vertekening van de onderzoeksresultaten.
De kwaliteit van deze onderzoeken is daarmee onvoldoende om er vergaande conclusies uit te kunnen trekken en het huidige beleid mee te verdedigen dat tot plaatsing leidt van windturbines op veel kortere afstand dan toegestaan is in alle andere Europese landen.
Het artsencollectief reageert op het onderzoeksrapport van Dick Bijl:
“We hadden altijd wel vermoedens. Maar nu blijkt dus inderdaad dat de informatie, die de politiek zo gretig gebruikt, wetenschappelijk inhoudelijk niet deugdelijk is.”
In 2009 publiceerde het RIVM het rapport ‘Evaluatie van windturbinegeluid’, met de richtwaarde van 40 dB aan de gevel: “Hoe komt het dat de politiek in 2011 de keuze heeft gemaakt voor 47 dB? Wat heeft zich in die twee jaar op de ministeries afgespeeld?”
Volgens het artsencollectief is het niet rechtvaardig om het RIVM zelf aan te vallen: “Er is nog veel onduidelijk over de effecten van windturbines op omwonenden, dat erkent en betreurt ook het RIVM. Maar we vinden wel dat eerst uit onafhankelijk onderzoek moet blijken wat de gezondheidsrisico’s zijn. De politiek moet zich dit nu aantrekken en een pas op de plaats maken wanneer het gaat om de plaatsing van
turbines vlakbij bebouwing, zodat er met deze nieuwe inzichten betere afstandsnormen gemaakt kunnen worden.”
De artsen zijn daarom helder over wat er nu moet gebeuren: “Er moet in ieder geval grondig en onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek komen naar gezondheidsschade door windturbines op korte afstand van bebouwing. Zolang dat niet gebeurd is, moeten we terugvallen op de oude, strengere normen uit 2009. Ook de WHO dringt aan op strengere normen m.b.t. turbinegeluid. Het is goed om ons daarbij te realiseren dat in andere landen de turbines op veel grotere afstand mogen worden geplaatst dan in Nederland het geval is.”